Piet van der Werf (interview door Heinz Kaupschäfer)
Interview van Heinz Kaupschäfer met P.F. v.d. Werf n.a.v. zijn wereldrecord van 20:01 uur met jonge tipplers:
(0101 / 0108 / 0109 van 2002) gevlogen op 6 juli 2002 tijdens de 1e jonge dierenwedstrijd van de NVC.
Het 20:01 uur-team van Piet van der Werf
Wat voor gevoel heeft u na zo’n succes?
Antwoord 1: Hoe ik mij nu voel? Ik vind het moeilijk te omschrijven welk gevoel bij mij bovenkomt na het verbeteren van het wereldrecord voor jonge dieren. Van zo’n tijd durf je alleen maar te dromen Tijdens ons bezoek aan Ierland in 2000 is ons (George de Vries en mij) duidelijk geworden wat voor werelddieren wij in onze hokken hebben. Verschillende trainingsvluchten hebben wij bijgewoond en de duiven van Hugh Coulter en Harry Shannon zijn van dezelfde kwaliteit als die wij in het hok hebben. George en ik hebben hier veel over gesproken. De kunst is hoe je met de dieren omgaat, hoe haal je het uiterste uit de dieren ook op dat gebied hebben wij veel in Ierland geleerd. Het resultaat is duidelijk maar zoiets gaat niet vanzelf, tipplersport is denkwerk, goed observeren en veel contact hebben met de dieren en altijd proberen te leren van de gemaakte fouten. Natuurlijk ben ik erg blij het uiterste uit de duiven te hebben gehaald, al ben ik mij ervan bewust dat op zo’n dag het weer erg moet meezitten vooral tegen de avond is het weer erg bepalend.
Graag even enkele details over jezelf. Waar ligt Oosterbierum in Nederland. Hoe lang woon je daar al. Hoe oud ben je en vertel iets over jezelf.
Antwoord 2: Oosterbierum ligt in de provincie Friesland in Nederland op 1 kilometer van de Waddenzee vlakbij Harlingen (11 km) en Franeker (7 km). In 1938 ben ik geboren in Heeg (vlakbij Sneek) ook in de provincie Friesland. Friesland is een provincie die een eigen taal heeft en een grote geschiedenis heeft. Vroeger behoorde een groot gedeelte van Nederland tot Friesland, zelfs tot in België en ook strekte het land zich aan de noordoostzijde verder uit dan nu het geval is. Zelfs een gedeelte van Duitsland (denk aan Oost-Friesland) en Denemarken behoorden tot het Friese rijk. Als 14 jarige jongen was ik al werkzaam in de bakkerij. Na mijn militaire dienst ben ik in 1958 in Oosterbierum gekomen ook weer werkzaam in de bakkerij. Ik heb mijn vrouw daar leren kennen. Zij is opgegroeid in een vissershuisje aan de zeedijk en haar vader was daar dan ook visser. Mijn vrouw is later verpleegkundige geworden en heeft jarenlang dat werk gedaan in Arnhem en Leeuwarden. In 1964 zijn wij getrouwd. Wij hebben 4 zonen gekregen en inmiddels hebben wij 5 kleinkinderen. Na 43,5 jaar bakker te zijn geweest kan ik gebruik maken van de VUT-regeling en sinds 1995 kan ik genieten van mijn vrije tijd. De duivensport heb ik altijd naast mijn drukke baan moeten uitvoeren, maar nu kan ik eindelijk veel tijd in onze schitterende hobby steken, wat waarschijnlijk ook mijn resultaten ten goede komt.
Vertel eens iets over het duivenhok! Hoeveel afdelingen zijn er, wat is de positie en waar staat de lamp? Hoeveel kweekkoppels heeft u en hoeveel jongen zijn er dit jaar bijvoorbeeld op de vleugels gebracht?
Antwoord 3: Mijn duivenhok is 9 meter lang bij ongeveer 2 meter diep, verdeeld in 5 afdelingen en staat in de achtertuin. De volière is aan de noordzijde. Niet echt ideaal maar andere mogelijkheden zijn er niet. Op één afdeling heb ik mijn voer staan met 16 boxen waar ik mijn vliegdieren in opbox. Op eén afdeling heb ik mijn lokdieren, één afdeling voor mijn jonge dieren, en twee afdelingen voor de kweekdieren, waarin elk 8 broedhokken zijn gemaakt. Zoals u kunt zien heb ik niet ontzettend veel ruimte voor mijn duiven, maar waarschijnlijk is dat mijn geluk. Strenge selectie is altijd nodig geweest om de beschikbare ruimte optimaal te benutten. Vooral als je bedenkt dat ik naast de vliegtipplers ook nog een stam zwarte Chinese meeuwen heb opgebouwd Dit zijn mijn Friese paarden. De tipplers zijn de renpaarden. Voor het jongdieren-verblijf en de twee kweekhokken is een volière geplaatst waar de duiven te allen tijde kunnen verblijven. Dit jaar had ik 8 kweekkoppels vliegtipplers waaruit 40 jonge dieren zijn gekomen die het tot vliegen hebben gebracht. Meer dieren zijn er echt niet nodig.Zelden heb ik problemen met het kweken van de dieren. Iets over de lampen. De eerste jaren had ik alleen een lamp van 150 Watt, maar in geval van nood vond ik het nodig om nog een extra lamp te plaatsen. Dit is een halogeenlamp van 300 Watt. Nu kunnen ze dus alle 2 worden gebruikt. Deze lampen hangen aan de muur tegen het huis
Hoe oud waren de jongen op het moment van de vlucht? Zijn de jongen familie van elkaar en is het geslacht al bekend?
Antwoord 4: De drie duiven die het record hebben gevlogen zijn begin maart geboren en zijn dus ten tijde van het vliegen van het record zo’n 16 à 17 weken oud. Volgens mij zijn het 2 doffers en een duivin. Twee stuks komen uit een nest en de derde is een neefje en dus is het allemaal familie van elkaar.
Om deze vliegtijd te bereiken moeten ze natuurlijk op de lamp getraind zijn? Hoe is dit in zijn werk gegaan, en wanneer is dit trainen op de lamp begonnen?
Antwoord 5: Ik had steeds 5 stuks waarmee ik trainde. Ik houd er niet van om met grote koppels te vliegen controle wordt steeds slechter naarmate het koppel groter wordt. Natuurlijk heb ik ze op de lamp getraind, iets waar ik absoluut geen tijd voor had toen ik nog werkzaam was als bakker. Maar omdat ik erg intensief bezig ben geweest met het trainen van oude dieren (ook op de lamp natuurlijk) en het ook vaak erg laat werd, had het niet mijn prioriteit om met de jonge dieren ook op de lamp te trainen. Toen het eenmaal erg goed ging met het team ben ik er wel mee begonnen. Dit was pas de laatste drie weken voor de vlucht Wat mij vooral opviel bij dit team is dat het erg goed luisterde naar mij, wij hadden goed contact. Elke duif is foutloos geweest tot en met de vlucht waarbij ze de recordtijd hebben gevlogen.
Hoe zijn de duiven ondergebracht? In aparte boxen of in een Kit-box?
Antwoord 6: Zoals u in antwoord 3 heeft kunnen lezen heb ik een afdeling waar ik de wedstrijdduiven opbox. Elke duif zit apart zodat ik het eten, drinken en ontlasting etc. in de gaten kan houden. Het is er erg rustig, de duiven worden niet gestoord of opgeschrikt.
Hoe gaat het trainen? Hoe vaak worden ze per week gelost en wat is het voer?
Antwoord 7: Na het uitwennen zo rond half april heb ik geprobeerd het team steeds 2 keer per week 8-12 uren te laten vliegen. Met opzet niet te vroeg op de lamp getraind. Ik wil proberen de duiven steeds foutloos op het hok te krijgen. Naarmate de tijd vordert wordt het ook steeds belangrijker dat de duifjes pas mogen komen als de baas ze roept (ook met behulp van lokduiven). In de training gebruik ik zuiveringsmengeling van Teurlings. Na elke vlucht 1 dag lang half om half kortbekkenvoer en kweekvoer van Teurlings. Dit is afwijkend ten opzichte van mijn oude dieren. Jonge dieren kun je niet steeds zuiveringsmengeling geven.
Heb je ook iets ondernomen tegen ziekten en dergelijke?
Antwoord 8: De duifjes krijgen 3 dagen voor de wedstrijd trimonex (een combinatie-tablet van Siegertauben), dat werkt tegen coccidiose en trichomonasias. Sowieso krijgen alle duiven 2 maal per week vitaminen van Siegertauben. Dit wordt besteld bij de firma Klaus.
Hoe lang hebben de laatste tijd met trainingsvluchten in het donker gevlogen? En waren daar problemen mee?
Antwoord 9: De laatste 3 weken heb ik intensief met 5 jonge duiven getraind en uiteraard op de lamp getraind. De laatste week werd er om de dag getraind vanaf ongeveer 15:00 uur tot ongeveer 23:00 uur. Ook zijn ze een enkele keer na 24:00 uur doorgegaan, maar ik heb nooit onnodig risico genomen en er zijn geen grote problemen geweest.
Wanneer en hoe lang hebben de duiven gevlogen tijdens de laatste trainingsvlucht?
Antwoord 10: De laatste trainingsvlucht was maandag 1 juli van 15:00u. tot 23:15 uur. Het werd toen steeds donkerder en uiteindelijk volgde er een fikse regenbui.
Wat voor soort voer hebben de duiven de laatste week voor de vlucht gehad en wanneer krijgen de duiven voor het laatst het eten / drinken?
Antwoord 11: Vanaf maandagavond tot en met donderdagavond ½ vliegvoer en ½ kweekvoer van Teurlings. Vrijdagavond om ongeveer 18:00 uur snoepvoer met schoon water.
Kunt u ons een beetje omschrijven hoe de dag van de recordvlucht is verlopen? Misschien kunt u ook verschillende fasen van de dag toelichten?
Antwoord 12: Bijgevoegd is het verslag van deze supervlucht.
Wat zijn de plannen met de drie duiven voor de toekomst?
Antwoord 13: De drie duiven heb ik onmiddellijk na de recordvlucht op rust gezet. Meteen de dag na de wedstrijd lieten de duiven ontzettend veel donsveren los en viel de rui in. Dit zegt natuurlijk genoeg over de inspanning die het de duifjes heeft gekost om tot deze prestatie te komen. De duiven verdienen verder dit seizoen alle rust. Misschien komen ze volgend jaar in het vliegteam (of in de kweek). Dat zien we volgend voorjaar wel weer. Ik hoop hiermee naar tevredenheid te hebben meegewerkt.
Met vriendelijke groet, P.F. van der Werf, Oosterbierum (Nederland)
Verslag van de eerste jonge dieren vlucht, gehouden op 6 juli 2002 te Oosterbierum.
Gestart om 4:30 uur Bij de start was het nog erg donker en het regende een beetje.
Na een paar uur werd het droog en geleidelijk aan ging het team steeds hoger vliegen. Ook was er een mooie heldere lucht met thermiek. Het team heeft hier duidelijk van geprofiteerd. Met grote cirkels vlogen ze steeds boven het dorp, ook waren ze gemakkelijk te controleren. ‘s Avonds bleef het lang licht en bij zee lichtte het helemaal op. Het team heeft de hele dag erg sterk gevlogen en steeds perfect in formatie, Om 0:15 uur heb ik ze voor het laatst zien overkomen en heb toen besloten om de 20 uren vol te maken. Het was niet zonder risico en erg spannend. Toen ik de lamp aandeed en de droppers buiten kwamen om mijn team naar beneden te halen, vertelde de scheidsrechter mij dat het 0:31 uur was. Met 20 minuten zaten ze in de kooi. Ik wist dat dit team een hele goede tijd kon neerzetten, maar dat ze het wereldrecord zouden verbeteren, durfde ik alleen maar van te dromen. Gevlogen tijd 20:01 uur. Een zeer tevreden baas. Tenslotte wil ik nog vertellen dat deze drie duifjes nafok zijn van Harry Shannon en Hugh Coulter uit Ierland. In 1993 hebben George de Vries en ik 4 koppels + 2 losse doffers in ons bezit gekregen, waar wij samen een stam uit hebben opgebouwd. Helaas is George overleden. Een stam waar we dus geweldige resultaten mee hebben behaald en veel plezier van hebben beleefd.