Competitie
Wedstrijden met een vliegtippler
Evenals met de postduif worden er met dit vliegras wedstrijden gehouden. Het is daarbij niet de bedoeling de dieren vanaf een bepaalde lossingsplaats naar huis terug te laten vliegen. De vliegtippler wordt dus getraind om een zo groot mogelijk aantal uren controleerbaar in de lucht te kunnen blijven in de buurt van het hok. Door zijn atletische bouw en training zijn de prestaties dan ook opmerkelijk te noemen. Het huidige Wereldrecord Oude Dieren van 22:05 uur is gevlogen op zondag 21 mei 1995 door de duiven van Harry Shannon uit Ierland. In Nederland vloog W.A. Spelt uit Lopik in 1988 als eerste met 3 rode Sheffields duivinnen 20:00 uur, waarna de heer P.F. v/d Werf uit Oosterbierum het Nederlands record in 1989 nog scherper maakte door met zijn duivinnen 20:02 uur te vliegen. Dit laatste team bestond uit twee rode en een blauwe. Na dat deze tijd gedurende 11 jaar het Nederlands record oude dieren is geweest, deed zich in 2000 een aantal bijzondere gebeurtenissen voor. De heer H. de Jong uit Burgum vloog op Long-Day met zijn rode Sheffield doffers 20:13 uur. Dit had een nieuw Nederlands record kunnen zijn ware het niet dat de heer P.F. v.d. Werf diezelfde dag met zijn blauwe Ierse duivinnen 20:15 uur vloog. Dat was dus weer een nieuw Nederlandse record oude dieren in. Het Wereldrecord met jonge dieren stond een hele tijd op 19:40 uur en was ook gevlogen door de duiven van Harry Shannon uit Ierland. Maar in 2000 gebeurde er nog meer bijzondere dingen in de tipplerwereld. De heer C. Suk uit Deventer vloog met zijn zwarte Merediths het nieuwe wereldrecord jonge dieren met een geweldige tijd van 19:44 uur. Alsof dit nog niet genoeg was overtrof de heer A. Mahutian uit Harderwijk het jaar daarop in 2001 dit onverslaanbaar geachte record met een tijd van 19:55 uur. Deze laatste tijd was nog maar 5 minuten van de magische grens van 20:00 uur verwijderd. De heer A. Mahutian uit Harderwijk vloog dit record met kruisingen van rode Sheffields met zwarte Merediths. De prestaties bezien, doet de NVC het al bijna 50 jaar ook internationaal zeer goed. Maar ook 2002 was weer een meer dan verassend jaar. Er was weer een 20:00 uur vlieger bij gekomen: de secretaris van de NVC, A.S. Knobbout uit Ede vloog een geldige tijd van 20:12 uur op Long-Day. Een van de duiven van zijn zuiver rode Sheffield team (stambomen vlot tot 1960) was nog lang niet versleten en vloog in zijn eentje zelfs door tot 00:38 uur. Op dit moment zijn er in totaal 5 liefhebbers in Nederland die eens geldig 20:00 uur of meer hebben gevlogen. Afgezien van goede duiven, moet je om zulke tijden te vliegen natuurlijk echt alles mee hebben, het blijft dan ook een verassing. Zeker als je kijkt naar alle keren dat het mis ging. Maar om terug te komen op het jaar 2002, op het moment dat Hidde de Jong uit Burgum 19:32 uur met zijn jonge dieren vloog (en dat is echt heel lang, vooral met jonge dieren, die een stuk onberekenbaarder zijn) dacht ik nog “Dat is dan dus de best gevlogen tijd jonge duiven dit jaar”. Temeer daar je op de eerste jonge dierenwedstrijd de pech hebt dat je een half uur later moet starten dan op Long-Day. Schrijft Hidde zelf ook niet ergens dat een minuut later gestart niet in te halen valt in de avond? En kijk wat er op de eerste jonge dierenwedstrijd gebeurt; een nieuw wereldrecord jonge dieren gevlogen door Piet van der Werf uit Oosterbierum met een tijd van 20:01 uur. Ja, de magische grens van 20:00 uur met jonge dieren is door een Nederlandse vlieger doorbroken en een echte NVC-er ook nog. Op dit moment heb ik wat correspondentie met Engeland gehad over de officiële erkenning van dit record, maar helaas nog geen bericht terug. Het mooie van het record is namelijk dat het niet gevlogen is op de Long-Day. In Engeland mag je niet met jonge dieren vliegen op de Long-Day. Dus het record is ook nog eens helemaal conform het Engelse vliegreglement gevlogen.Een waar fenomeen is ook het verloop van de oude dierenwedstrijden in 2002 geweest. Vloog Piet van der Werf op de vierde oude dierenwedstrijd een nieuw record van 20:27 uur, wordt het drie weken later overklast door de duiven van Ali Mahutian uit Harderwijk met het nieuwe continentale wereldrecord oude dieren van 20:29 uur met clublid Jan Vossebeld uit Ermelo als scheidsrechter. Het team van Ali is daarom zo bijzonder omdat het ook in nagenoeg ongewijzigde vorm het jaar daarvoor het toen nieuwe wereldrecord jonge dieren van 19:55 uur had gevlogen.
In 2005 werd het continentale wereldrecord verbeterd door de Duitse tipplerliefhebber I. Saipi met een vliegtijd van 20:35 uur. Ook het Nederlands record werd wederom aangescherpt tot 20:31 uur door een Iers tippler-team van P.F. v.d. Werf uit Oosterbierum.
Het is al vaak gezegd en geschreven: de N.V.C. is springlevend en supergezond. Dat merkje niet alleen aan o.a. de prima sfeer tijdens de jaarvergadering, maar ook zeker aan de supertijden, die door de tipplers van diverse leden gevlogen zijn. De tijden worden steeds beter en je vraagt je af waar de grens ligt. In de breedte wordt er ook steeds beter gescoord. Ook dit is een positief teken, want hoe breder de basis wordt, des te groter wordt de kans dat meer leden doorstromen naar de top. Wat daarin ook meehelpt is dat je relatief makkelijk en niet duur aan echte topdieren kan komen. Iemand die niet bang is om in het begin een beetje te reizen (wij zijn nu eenmaal een landelijke club) heeft het zeer vlot perfect voor elkaar. Realiseert u zich wel goed dat al deze toptijden dus gebeuren uit volledig vrije wil, want het hok blijft immers voortdurend in het zicht. Als een tippler zou willen gaan zitten houdt niemand hem tegen. Om bovenstaande toptijden te vliegen wordt er in de club door een aantal leden met halogeen bouwlampen gewerkt. Door de lamp steeds later aan te doen (en de lokkers los te laten) gewen je de dieren aan het nachtvliegen. Voor de meeste tipplers is een uur donker vliegen dan ook geen enkel probleem. Prachtig om op een mooie late zomeravond je duiven te horen overkomen. Als de formatie verbroken wordt moet je wel snel zijn, want dat is het teken dat ze de handrem erop gooien. Snel licht aan en lokkers eruit. Deze lokkers zijn een verhaal apart. Als lokker worden meestal boerenpauwstaarten gebruikt. Deze lokkers worden altijd eerst getoond en gevoerd en daarna de tipplers. Een tippler is dus volledig geconditioneerd en weet dus niet beter dat als die witte duif er is er dan voer is. Dit is de beste manier opdat ze alleen maar op het hok en in de lucht zijn. Ik woon in een lekker strak gebouwde nieuwbouwwijk en heb mijn duiven in de garage in een hok van 1 meter diep. In mijn tuin is geen plaats voor een knots van een hok. Mijn buren hebben op deze manier totaal geen last van mijn duiven, want ze merken niet eens dat ze los zijn. Zelf moet ik ook wel eens een kwartier turen voordat ik ze gevonden heb, zo hoog. ‘s Zomers maak ik regelmatig mee dat een reclamevliegtuig onder ze doorvliegt. Zo kan ik mij ook nog goed de eerste keer herinneren dat mijn tipplers 12:00 uur aan een stuk hadden gevlogen. Ongelooflijk en dat door zo’n klein licht duifje, puur op karakter dus. De vliegtippler stelt aan zijn huisvesting geen bijzondere eisen en verlangt zeker geen groot hok. Zijn jongen grootbrengen doet hij met de grootste zorg. Extreme weersomstandigheden hebben nauwelijks invloed op de conditie van deze prachtige dieren in alle denkbare kleuren. Voor het voer kan gebruik worden gemaakt van een normale handelsmengeling, waarbij grit en roodsteen natuurlijk niet mogen ontbreken.