Om te kunnen slagen in de vliegtipplersport. (Herman van den Broek, 2009)
Om te kunnen slagen in de vliegtippler sport, is een goed verlucht hok een eerste vereiste, want in elk hok waar je de duiven echt ruikt of nog erger waar het smerig ruikt gaat het ten koste van de longen en het hart etc.van de tipplers en tast uiteraard ook de longen van de fokker aan. Het begint reeds na de geboorte van de jongen, die dan al een tekort aan zuurstof krijgen en de verdere ongewenste stoffen inademen. Het hok moet tevens droog zijn, want door vocht en warmte vermenigvuldigen de eventuele aanwezige ziekte kiemen zich razend snel en zo kan door één besmette duif in je hok binnen te laten, de hele kolonie ziek worden met alle gevolgen van dien. Een open-front hok is prima, maar het moet wel beschermd zijn tegen inregenen, daarom zijn de naar boven openslaande glasramen prima en dan met uitzetijzers die op verschillende standen gezet kunnen worden, om zo ook de warmte circulatie te regelen. De duif begint te zweten bij 28 ºC en dus proberen we de temperatuur in het hok en vooral bij de nestjongen lager te houden.Één der grootste vliegtippler fokkers Gordon Hughes had aan beide kanten van zijn hok gaten gemaakt om zo een uitstekende ventilatie te krijgen en zo zie je dat tocht niet zo slecht is, mijn beste vliegtijden boven de 19 uur zijn altijd gevlogen door tipplers die in een open ren in hun trainingsboxen zitten, dus echt niet warm maar in weer en wind, alleen als er inslaande regen is gaat het rolgordijn er voor. Deze vliegdieren zijn dus goed gezond.Om de tipplers te beschermen tegen allerlei ongewenste rovers, mussen etc is het beste om voor het afsluiten van de openingen in het hok nertsen gaas te gebruiken en dan niet vergeten ook de eventuele golfplaten aan de beide einden musdicht te maken. Het hok moet dagelijks gereinigd worden, want het is beter om geen zand of houtsnippers als bodembedekking te gebruiken, daar zand en houtsnippers een broednest is van ziekmakende bacteriën zoals Parathyphus, Coccidiosis, worminfecties etc is, uiteraard alleen als er zieke duiven in het hok zitten, dat komt n.l. heel vaak voor, omdat de eigenaar alles wat nieuw aangekocht wordt, zo bij de gezonde duiven gezet wordt, dat is een kapitale fout. Ook als de vliegtipplers één of meerdere dagen wegblijven, worden ze toch weer zo in het hok gezet, wat kunnen ze buiten wel niet hebben opgelopen? Ze gaan dus eerst in quarantaine!Bij gezonde duiven is de luchtspleet in de tong een streep, maar als deze echt open staat heeft de tippler luchtproblemen (het kan echter ook nervositeit zijn), echter als de meeste vliegtipplers het hebben, dan is het hok toch wel de oorzaak, dus hoe groter de opening in de luchtspleet is, des te groter is het lucht te kort van de vliegtippler. Voor de kweek zijn ze dan nog wel te gebruiken, maar als vliegers zijn ze taboe.Het hok moet eigenlijk uit drie afdelingen bestaan, de kweek afdeling, de jonge dieren afdeling en de trainings afdeling met daarin een aantal met tralies afgesloten trainingshokjes van 40 cm x 40 cm x 40 cm.Jonge tipplers kunnen ook samen in een kitbox, maar de overjarige vliegtipplers moeten in een trainingsbox door paarlustigheid bij zowel doffers als duivinnen, ook onderling en dan vliegen ze niet meer goed, dus na het vliegen gaan ze direct weer de trainingsbox in.Ook met kleine hokjes kan men heel goed presteren met vliegtipplers.Zelfs zonder hok kan men heel goed aan de vliegtippler sport beginnen, men maakt dan een paar kleinere hangende broedhokken, etc. aan de muur op een goed beschutte plaats, uiteraard wel beschermd met nertsengaas. Je kunt dus de beste vliegstam op je hok hebben, maar zonder een goed verlucht hok gaat het echt niet.
Herman van den Broek, 2009